Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet

 

Artikel 2.2.5
1
Een in het buitenland wonende persoon, niet zijnde of geweest zijnde een verzekeringsplichtige als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Zorgverzekeringswet of een persoon op wie artikel 69 van die wet van toepassing is of is geweest, die onmiddellijk voor de inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet verzekerd was op grond van een overeenkomst van standaardverzekering in de zin van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998, heeft tijdens zijn verblijf in Nederland aanspraak op een vergoeding ter zake van de kosten van zorg waarop aanspraak zou bestaan indien betrokkene ingevolge een zorgverzekering als bedoeld 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet verzekerd zou zijn.
2
Aanspraak op de in het eerste lid bedoelde vergoeding bestaat slechts indien de rechthebbende zich binnen vier maanden nadat deze wet in werking is getreden of hij in redelijkheid van de inwerkingtreding van deze wet heeft kunnen kennisnemen, als zodanig heeft aangemeld bij het College zorgverzekeringen. Dat College verleent de vergoedingen, bedoeld in het eerste lid.
3
De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, is gelijk aan de in rekening gebrachte kosten onder aftrek van het deel daarvan dat voor verzekerden in de zin van de Zorgverzekeringswet voor rekening van de verzekerde blijft.
4
De belanghebbende die zich heeft aangemeld, is aan het College zorgverzekeringen per maand een bijdrage verschuldigd die gelijk is aan eentwaalfde van het bedrag van de standaardpremie als bedoeld in de Wet op de zorgtoeslag, nadat die is verminderd met het bedrag dat de zorgtoeslag ten hoogste bedraagt, voor een in Nederland wonende verzekeringsplichtige zonder partner.
5
Bij ministeriƫle regeling kunnen nadere regels worden gesteld die noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van de aanspraak op de vergoeding, bedoeld in het eerste lid.
6
De kosten van de vergoedingen, verleend ingevolge dit artikel, onderscheidenlijk de baten van de bijdrage, betaald op grond van dit artikel, komen ten laste onderscheidenlijk ten gunste van het Zorgverzekeringsfonds.
7
Ten aanzien van bezwaar en beroep tegen een besluit inzake een vergoeding als bedoeld in het eerste lid, is het recht zoals dat geldt ten aanzien van besluiten inzake een aanspraak op zorg ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, met uitzondering van artikel 58 van die wet, van toepassing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •